Meer lucht in dienstregeling op de Valleilijn
Nieuws
De snelheid op de Valleilijn gaat dit jaar op twee plaatsen omhoog. Dat doen we om voldoende speling in de dienstregeling te houden en er zo voor te zorgen dat treinen op tijd blijven rijden.
De afgelopen jaren zijn er twee nieuwe stations bijgekomen op het traject Amersfoort – Barneveld – Ede; de haltes Hoevelaken en Barneveld Zuid. Goed voor de bereikbaarheid van deze plaatsen, maar doordat de trein vaker moet stoppen staat de punctualiteit onder druk en leiden kleine verstoringen al snel tot vertragingen.
Van 60 naar 80
Door op twee plaatsen de snelheid te verhogen krijgen machinisten de mogelijkheid kleine vertragingen weer in te lopen. Tussen Barneveld Noord en Barneveld Centrum gaat de snelheid daarom van 60 naar 80 km per uur voor reizigers- en goederentreinen.
Van 80 naar 130
Tussen Barneveld Zuid en Meulunteren gaat de snelheid verder omhoog van 80 naar 130. Het zijn vooral de reizigerstreinen die hiervan zullen profiteren. Voor goederentreinen is de 130 niet haalbaar. Zij zullen tussen 80 en 100 km per uur rijden.
Gevolgen voor de omgeving
De hogere snelheid tussen Barneveld Noord en Barneveld Centrum kan leiden tot een lichte toename van geluid, maar uit onderzoek blijkt dat hiervoor geen aanvullende maatregelen nodig zijn. Wel worden bij Barneveld Noord als onderdeel van een spoorvernieuwing de houten dwarsliggers vervangen door betonnen dwarsliggers. Dit levert een lichte geluidsreductie op.
Combineren met spoorvernieuwing
Om de snelheid te kunnen verhogen moeten onder meer seinen, wissels, bovenleiding en beveiliging worden aangepast. Deze werkzaamheden gaan we combineren met een reeds geplande vernieuwing van het spoor dit najaar. Samen met aannemer Swietelsky gaan we ter hoogte van Barneveld Noord 4 wissels en 2,2 km spoor vernieuwen (spoorstaven, dwarsliggers en spoorgrind). Dit is nodig om het spoor in goede conditie te houden.
Goede samenwerking
De maatregelen op de Valleilijn worden uitgevoerd in goed overleg met Connexxion, de provincie Gelderland en de betrokken gemeenten. De kosten worden gedragen door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de provincie Gelderland.