Blik op het spoor : Bovenleiding
Wat schittert daar boven het spoor? De bovenleiding! Al die koperen kabels zorgen voor elektriciteit om de trein te laten rijden. Maar waar begint alle spanning? En hoe zet je het aan of uit? In alweer de allerlaatste aflevering van ‘Blik op het spoor’ ontrafelt Romy de geheimen van de bovenleiding.
Spannend!
De meeste treinen hebben elektriciteit nodig om te rijden. Die krijgen ze via de bovenleiding. Het begint bij onderstations: elektrische installaties langs het spoor. De onderstations zetten de rijdraad in de bovenleiding onder spanning. Op zo'n rijdraad staat 1500 Volt. Vergelijk dat maar eens met de 6 Volt van een fietsdynamo! Een stroomafnemer op de trein geleidt de stroom van bovenleiding naar de motor van de trein. Die kan daar tot 140 kilometer per uur mee rijden.
Vonken en knetters
Soms zie je vonken tussen de voorbijrijdende trein en de bovenleiding. Dat is niet erg, het betekent dat de trein kort geen goed contact heeft met de bovenleiding. Dit kan komen door kleine hoogteverschillen en slijtage die naar verloop van tijd ontstaan, of het wordt veroorzaakt door rijp en ijzel. Want ook door het ijzige laagje over de bovenleiding, maakt de stroomafnemer minder goed contact.
Heel veel onderdelen
De rijdraad is maar een deel van de bovenleiding. Om alles op zijn plek en onder de juiste spanning te houden, zijn er klemmen, schakelaars, aardsnoeren, hangdraden, draagkabels en palen nodig. En dat is nog maar een kleine greep uit de reeks van 2000 á 3000 onderdelen die we in Nederland gebruiken. Romy gaat in de video langs bij RailTech en leert welke het belangrijkst zijn. Kijk mee!