Het is nú nodig
Iedere dag reizen meer dan een miljoen mensen met de trein. Er worden dagelijks bijna anderhalve ton goederen over het Nederlandse spoor van A naar B gebracht. Daarmee behoort ons spoornetwerk tot de beste en drukst bereden van de wereld. En dat tegen gemiddelde kosten. Ons spoor verbindt steden, regio’s en economische centra. Het is een essentiële schakel voor onze welvaart en ons welzijn. Elke euro die in spoor en openbaar vervoer wordt geïnvesteerd, wordt dubbel en dwars terugverdiend in de economie.
Maar achter de sterke prestaties schuilt een groeiende spanning. Onze samenleving vraagt meer en meer van het spoor en ov. Ondertussen zijn de middelen om het systeem in stand te houden en te vernieuwen al jaren ontoereikend. Dat begint zijn tol te eisen en daarom is 2026 het jaar waarin ProRail noodgedwongen de focus verlegt van vernieuwing naar 'minimaal onderhoud'. De volgende keuze ligt nu aan bij de politiek:
Doen we niets en accepteren we de oplopende problemen, of gaan we gericht investeren en het spoor weer klaarmaken voor de toekomst?
Meer leveren dan middelen toelaten
Investeringen in spoor en openbaar vervoer volgen vaak een herkenbaar patroon: elk jaar starten nieuwe studies en projecten over knelpunten of wensen. Tegelijkertijd blijft de financiering voor het instandhouden van de bestaande infrastructuur achter. Daardoor schuift een steeds groter onderhouds- en vervangingspakket voor ons uit, terwijl nieuwe ambities blijven opstapelen.
Het gevolg is duidelijk: het systeem kan niet beter worden als de basis niet meegroeit. Investeren in losse knooppunten heeft alleen zin als het hele spoorsysteem op niveau blijft. Zonder stevige ondergrond wordt elke verbetering kwetsbaar. Daar komt bij dat het starten van nieuwe projecten terwijl oude nog niet zijn afgerond, leidt tot versnippering: schaars personeel en materieel raakt verdeeld, projecten lopen vertraging op en het spoorsysteem ontwikkelt trager dan nodig is.
Meer investeringen nodig
Het fundament van een goed functionerend spoorsysteem is simpel: reizen moet veilig, snel en toegankelijk zijn. Dat begint bij een stabiele basis. Die hebben we samen met het ministerie van infrastructuur en waterstaat vastgesteld in het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De middelen om dit niveau te halen, houden de laatste jaren geen gelijke trend met de kosten en technische eisen.
In het BKN is al vastgelegd dat prijsstijgingen meegenomen worden. We zijn blij dat het ministerie zich daarvan bewust is en dat we ons als ProRail geen zorgen hoeven te maken over stijgende prijzen. Maar er is extra financiering nodig om de basis op orde te krijgen. Een paar voorbeelden:
Het reconstrueren van de HSL-Zuid (hogesnelheidslijn). Door fouten bij de aanleg van de HSL door het bouwconsortium Hollandse Meren kunnen we op de HSL niet de gewenste 300 kilometer per uur rijden. ProRail werkt hard aan herstel. Maar daar is wel zeker 580 miljoen euro mee gemoeid.
We leven in geopolitieke onzekerheid. Daarom is het noodzakelijk het spoor militair weerbaar te maken. We moeten onder andere spoorbruggen verstevigen en belangrijke goederenlijnen moeten we aanpakken om met langere treinen te kunnen rijden. Dat kost ons 600 miljoen euro.
Daarnaast is het noodzakelijk om suïcidepreventie structureel op te nemen in het BKN. Voor nabestaanden, machinisten en onze collega's van incidentenbestrijding is het elke keer een verschrikkelijke situatie om mee te maken. Maar het zorgt ook voor 25% van alle verstoringen op het spoor. Met structureel 2 miljoen euro per jaar kunnen wij veel doen om suïcides tegen te gaan. Daarnaast vragen we om een startkapitaal om extra camera's op te hangen. ProRail stelt voor om het boetebedrag dat we van het ministerie krijgen - omdat er dit jaar te veel impactvolle storingen waren - direct te investeren in suïcidepreventie.
Deze uitgaven moeten uiteraard bekostigd worden. De Nederlandse overheid besteedt momenteel 1,2% van het bruto binnenlands product (bbp) aan infrastructuur, zoals het spoor, wegen en vaarwateren. Dat is onvoldoende om de verwachte mobiliteitsgroei op te vangen, stellen wij. Daarom pleiten wij - samen met Rijkswaterstaat en de Logistieke Alliantie - voor een verhoging naar minimaal 2%. Dat moet voorkomen dat Nederland in eenzelfde situatie als Duitsland belandt. Daar leiden de achterstanden nu al tot jarenlange hinder en torenhoge kosten.
Investeren is kiezen voor de toekomst
De booschap is helder: zonder structurele investeringen blijft Nederland hangen in een onderhoudsmodus. We onderhouden dan alleen een spoormuseum. Het blijft allemaal wel rijden, maar het veroudert. Ambities verschuiven steeds verder naar de toekomst, knelpunten worden niet opgelost, nieuwe woonwijken worden niet ontsloten en de economische en maatschappelijke waarde van spoor en openbaar vervoer komen nog verder onder druk te staan. Dat mogen we niet laten gebeuren.
De keuze is aan het komende kabinet.
Dit achtergrondverhaal is gepubliceerd op: 4 december 2025