Meten en rekenen : Meten en rekenen
We meten geluid in decibel (dB). Een mens kan geluid horen tussen 0 en 140 dB. In een rustige straat is het geluid meestal 50 dB. Vlak bij het spoor is dat 60 tot 70 dB, met korte pieken van 80 tot 90 dB. De meeste mensen kunnen een verschil van 1 dB net horen.
Speciale schaal
Decibel is geen gewone eenheid, zoals meter of kilo. Het werkt met een speciale schaal. Daardoor is het meten en berekenen van geluid anders dan bij lengte of gewicht. Bijvoorbeeld: als het geluidsniveau 10 dB stijgt, trilt de lucht 10 keer zo hard. Een stijging van 20 dB betekent 100 keer harder, en bij 30 dB is dat zelfs 1000 keer. Toch klinkt een toename van 10 dB niet 10 keer harder, maar ongeveer 2 keer zo hard. Ook telt geluid anders op dan bij gewone getallen. Twee treinen die elk 50 dB geluid maken, zorgen samen niet voor 100 dB, maar voor 53 dB.
Berekenen of meten
Soms moet geluid op het spoor gemeten worden en soms is een berekening beter. Geluidsmetingen zijn bijvoorbeeld nodig om te bepalen of treinen voldoen aan de Europese regels. Ook worden metingen gebruikt om te controleren of nieuwe manieren om geluid te verminderen goed werken.
In andere gevallen is een berekening nodig. Bijvoorbeeld om te weten hoeveel geluidsoverlast een nieuw te bouwen spoor voor de omgeving zal opleveren. En welke maatregelen er dan nodig zijn. De rekenmethode is gebaseerd op veel geluidsmetingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan, bijvoorbeeld door TNO en ingenieursbureaus. Hierdoor kunnen deskundigen geluid berekenen met een nauwkeurigheid van maar 1 decibel. De rekenmethode die hiervoor wordt gebruikt, is een onderdeel van de wet.