Geluid : Wat zegt de wet?
ProRail wil voor zijn omgeving een goede buur zijn. We nemen zorgen over geluid van mensen die naast het spoor wonen of werken serieus. Er zijn diverse wettelijke normen of richtlijnen voor geluid door rijdende en stilstaande treinen en andere geluidbronnen. ProRail kan daarom in een aantal gevallen maatregelen treffen als de wet dit voorschrijft.
Verschillende soorten geluid
Op en rond het spoor zijn er verschillende soorten geluid. Niet alleen treinen, maar ook bijvoorbeeld overwegbellen en omroepinstallaties maken geluid. Voor al deze soorten geluid zijn verschillende wetten en regels.
Soorten geluid
-
Rijdende en stilstaande treinen
Elke trein moet sinds 2005 voldoen aan de geluidseisen uit de Europese wet- en regelgeving. Deze eisen gaan over het geluid tijdens het rijden en tijdens het stilstaan.
In Nederland gelden niet alleen eisen per trein, maar ook voor het totale geluidsniveau dat in een kalenderjaar geproduceerd wordt. Deze eisen staan in de Omgevingswet. Hierin staan:
- De norm voor het gemiddelde geluidsniveau per jaar op een woning door stilstaande en passerende treinen. Deze regel is overal in Nederland hetzelfde. Aan deze norm wordt getoetst bij de aanleg van nieuwe sporen of woningen, bij wijzigingen aan sporen en bij gebruik van de sporen waarbij de geluidproductieplafonds (gpp's) zouden worden overschreden.
- De eis voor ProRail om te voldoen aan de geluidproductieplafonds. Dit zijn duidelijke grenzen voor de gemiddelde geluidsbelasting per jaar op vaste punten langs het spoor. Deze grenzen verschillen per gebied. In drukke steden liggen ze bijvoorbeeld hoger dan op het platteland. Dreigt het geluid in een bepaald gebied boven deze ggp’s te komen? Dan moet ProRail controleren of elke woning in dat gebied nog aan de norm voldoet. Als dat niet zo is, moet ProRail iets doen om het geluid te verminderen. Elk jaar rapporteert ProRail over de naleving van deze geluidproductieplafonds.
-
Booggeluid
Booggeluid is een hoog, piepend en vervelend geluid. Dit geluid ontstaat als de wielen van een trein in een bocht ongelijkmatig slippen. Wielen aan beide kanten van een trein zitten vast aan een as. Als de trein door een boog (bocht) rijdt, legt het ene wiel een langere weg af dan het andere wiel. Het wiel slipt daardoor een beetje door de boog.
Booggeluid is niet als geluidsbron opgenomen in de wettelijke rekenmethode omdat het zo'n afwijkend karakter heeft.
Er zijn wel aparte wettelijke regels voor de aanpak van booggeluid op emplacementen waar veel bogen en wissels liggen. We hebben op diverse emplacementen al maatregelen getroffen, zoals het aanbrengen van spoorstaafconditioneringssystemen. Hierbij wordt smeermiddel tussen het spoor en het wiel aangebracht, waardoor de wielen soepeler door de bocht glijden.
-
Overwegbellen
Voor overwegbellen bij een spoorwegovergang bestaat geen aparte wetgeving. Een overwegbel moet namelijk luid en duidelijk zijn. Bij overlast kijken we hoe we dit kunnen verminderen, bijvoorbeeld door het geluid een bepaalde richting op te sturen. Of we zetten een zogenaamde ANAbel in. Deze elektronische bel past zijn belvolume aan op het geluid van de omgeving.
-
Omroepinstallaties op stations
We hebben perrons de laatste jaren op veel plaatsen verlengd, omdat treinen langer zijn geworden. De omroepinstallaties zijn hierdoor op meer plaatsen te horen. Afhankelijk van de (lokale) regelgeving bedenken we meestal oplossingen die passen bij de situatie. Zo zorgen we ervoor dat het geluid zo min mogelijk overlast veroorzaakt voor omwonenden.
-
Installaties op emplacementen
Ook de voorschriften voor het geluid van installaties op emplacementen zijn in de Omgevingswet geregeld. Denk bijvoorbeeld aan het geluid van de wasinstallatie van treinen.