Interview : Mooier dan verwacht
Na twee jaar bouwen openden we op 2 juni de vernieuwde entree van de westelijke reizigerstunnel van station Amsterdam Centraal. Lichter, ruimer én overzichtelijker. Achter de vernieuwing zit een duidelijke visie: de reiziger staat centraal, en makkelijker reizen. Architecten Erik Smits en Teun Teeuwisse blikken terug op een project vol uitdagingen, slimme oplossingen en monumentale keuzes.
Gietasfalt nog warm
“Er zit vanuit alle partijen heel wat bloed, zweet en tranen in dit project”, vertelt Teun, die namens ZJA de uitvoeringsbegeleiding deed. Ondanks de nodige uitdagingen werden belangrijke mijlpalen op tijd gerealiseerd. “Ik geloof dat het gietasfalt nog warm was toen de eerste reizigers op het perron stapten.” De complexiteit zat niet alleen in de afwerking, maar vooral in het onbekende.
“We kwamen tijdens de uitvoering regelmatig voor verrassingen te staan”, vertelt Teun. “Zo troffen we een wirwar aan kabels en leidingen aan, waarvan de functie niet altijd duidelijk was. Dan is de vraag: knippen we hem of niet? Dat vroeg soms wel wat van aannemer BAM. Blijkt het achteraf de datakabel voor aansturing van alle wissels te zijn, ben je toch blij dat je die niet hebt doorgeknipt.”
Het is echt heel geslaagd, misschien zelfs mooier dan verwacht.
Ondergronds kluizensysteem
Ook de rijke historie van het station vroeg om creativiteit en aanpassingen. “In 1889 bouwden ze minder precies dan nu. Dat betekende dat de praktijk soms afweek van wat op tekening stond.” Teun haalt daarbij een bijzonder vondst aan. “Onder het grenswisselkantoor stuitten we op een ondergronds kluizensysteem dat nergens vermeld stond. Juist die onvoorspelbaarheid geeft het project z’n charme, al vraagt het ook om flexibiliteit van de uitvoerders.”
Erik vult aan: “We hielden rekening met vijf centimeter speling, maar als alles net de verkeerde kant op schuift, zit je zo tien centimeter mis.” Het geeft volgens Teun aan hoe iedere centimeter in het gebouw optimaal benut is. “De uitdaging is om dagelijks enorme aantallen reizigers veilig en overzichtelijk door het station te leiden, terwijl de ruimte daar niet voor ontworpen is. Daarom hebben we alle ontwerpmarges aan de reiziger gegeven.”

Alles viel op z’n plek
Het resultaat mag er zijn. “Het is echt heel geslaagd, misschien zelfs mooier dan verwacht”, glundert Erik. “Een gebouw als dit zie je zelden in Nederland. Je voelt de trots bij iedereen. Het is echt een wereldprestatie.” Sommige elementen voelen voor hem als een cadeautje. “Bijvoorbeeld de vide bij de trap, die prachtig de tunnel verbindt met het perron, precies op de plek van de gevel van het Cuypersgebouw.”
Voor Teun springt de monumentale bogenwand onder perron 1 eruit: “Die was ooit onderdeel van de draagconstructie van perron 1 en niet of nauwelijks zichtbaar voor de reiziger. Het terugbrengen ervan voelde spannend, gezien ons streven om zo veel mogelijk ruimte te creëren voor de reiziger. Maar toen die eenmaal gemetseld was, viel alles op z’n plek.”
Als we alles maar weghalen, hebben we over anderhalve eeuw niets meer over.
Zonder ellebogenwerk
De entree via het Cuypersgebouw is nu open en licht. “Vroeger was het een lage ruimte met een donkere hellingbaan”, legt Teun uit. Nu is de oppervlakte verdubbeld en zijn er meer OVCP-poortjes geplaatst. “Op rustige momenten misschien overdadig, maar tijdens de spits zorgt het voor rust. Als reiziger kun je ontspannen bewegen, zonder ellebogenwerk.” Onder het Cuypersgebouw is een compleet nieuw kabel- en leidingsysteem aangelegd.
Teun: “Waar ooit donkere krochten waren, loopt nu een goed verlichte technische gang door de gewelven van het monument. Met daarin de installaties overzichtelijk ondergebracht. Ik kan daar enorm van genieten.” Zelfs in het ontwerp van de zitelementen is rekening gehouden met de techniek eronder. “Wat normaal onder de motorkap zit, zie je hier terug in de architectuur.”

Nooit af
Aan het station wordt al jaren gebouwd, en dat blijft voorlopig zo. “Dit station is nooit af”, aldus Teun. Erik voegt toe: “Sinds 2012 wordt er gewerkt aan het ontwerp en de uitvoering. En nu, in 2025, is het eerste deel klaar.” Het volgende project is al gestart, waarbij Strukton begonnen is met de werkzaamheden aan perron 4 en 5.
“Dat contract kent dezelfde uitdagingen, maar dan op grotere schaal. Dus we maken dankbaar gebruik van de lessen uit de entree van de westelijke reizigerstunnel. Er zijn constant veranderingen en verrassingen. En dat is ook precies waarom wij dit leuk vinden”, zeggen beiden met een glimlach. Wat ze wél zeker weten? “De reiziger krijgt een beter station.”