Het Aanbod van ProRail
Nieuws
Anderhalf miljoen mensen reizen dagelijks met de trein. En dat aantal groeit de komende tien jaar fors: landelijk met 30 a 40 procent en in de Randstad zelfs met 50 a 60 procent. Tel daar de groei van het goederenvervoer bij op. Ons huidige spoornetwerk kan die groei tot 2030 aan, maar dan moeten we nu echt alles op alles zetten. En in de jaren daarna zal het spoor anders moeten worden ingericht. Die ambitie sprak ceo Pier Eringa uit bij de opening van RailTech 2019 in Utrecht.
De reizigersgroei gaat een stuk sneller dan verwacht. Dat geldt ook voor het goederenvervoer. Hoe gaan we die groei opvangen? Wat moet er gebeuren om te zorgen dat het niet vastloopt op het spoor? Dat perrons en stations niet te krap worden? Vakmensen van ProRail zijn dagelijks bezig met het beantwoorden van die vragen.
8 Intercity's per uur
Hun antwoord is: als we de huidige infrastructuur en de bestaande technieken optimaal benutten heeft Nederland in 2030 al een netwerk van meer en snellere treinen op de grote lijnen. Het is dan mogelijk om op drukke trajecten 8 keer per uur een Intercity te laten rijden. Door reizigers te spreiden over meer treinen ontstaat bovendien een gelijkmatigere benutting van spoor en stations. Ook de mobiliteit naar de regio's verbetert: betere verbindingen met een snellere overstap en meer treinen. De reistijd naar Zeeland zou een half uur korter kunnen. Op dit moment kunnen treinen op 3 minuten van elkaar rijden. Dit betekent dat bij 20 treinen per uur de beschikbare capaciteit op is. In ons vervoersconcept voor 2030 bereiken we 20 treinen op drie cruciale locaties rond Amsterdam: de Hemtunnel, de Schipholtunnel en Amsterdam Bijlmer Arena. Daarnaast bieden we voldoende ruimte om het spoorgoederenvervoer te accommoderen.
Wat moet er gebeuren tot 2030?
We hebben de afgelopen jaren al veel gedaan om de capaciteit op het spoor uit te breiden. Er zijn al meer en langere treinen gaan rijden. Sporen zijn verdubbeld. Stations zijn aangepast en groter gemaakt. Het aantal overwegen is verminderd. Op Utrecht Centraal zijn honderden wissels verwijderd en de sporen in rechte banen gelegd. Maar er moet meer gebeuren. Op de plannen die nu voorliggen moeten we doorpakken. Denk dan aan: opsomming >>> spoorplan Noord-Nederland, etc etc, uitbreiding fietsenstallingen. Als we onze schouders eronder blijven zetten kan ProRail het aanbod van meer en snellere treinen in 2030 garanderen.
Hoe verder na 2030?
In 2030 is de rek van het huidige systeem er echt uit. Dan komen principiële keuzes in zicht, zeker als de populatiteit van de trein blijft toenemen. En dat is niet ondenkbaar. Steden bouwen woningen bij stations, het parkeerbeleid in grote steden verandert en de wegen zijn overvol.Om de groei van reizigers- en goederenvervoer na 2030 te faciliteren, zijn innovaties dus noodzakelijk. Dan denken we bij ProRail aan een nieuwe indeling van het spoor. Om de ruimte optimaal te kunnen benutten zullen we het huidige spoor moeten ontvlechten en meer van elkaar moeten scheiden. Alle sporen hebben nu dezelfde systematiek zodat alle treinen altijd van alle sporen gebruik kunnen maken. 'One size fits all'. Dat is duur, bewerkelijk en inefficiënt. In de toekomst moet veel meer worden gekeken naar het vrij leggen van verschillende soorten spoorbanen. Zodat lightrail, snelle treinen, internationale treinen of S-bahn-achtige treinen naast elkaar kunnen bestaan.
Innovaties mogelijk blijven maken
Er zijn al verschillende technieken en systemen ontworpen die verdere scheiding van het treinverkeer mogelijk maken. Wil je sneller en vaker kunnen optrekken dan heb je meer stroom nodig (3KV). Wil je preciezer kunnen rijden en halteren dan heb je ATO nodig. Wil je korter achter elkaar kunnen rijden dan is ERTMS Hybrid een voorwaarde. Al deze innovaties worden nu al beproefd. Hopelijk worden ze ook geïmplementeerd.