Schaduwzijden zomers weer

Droogte

Warm lente- en zomerweer betekent vaak ook droogte. Om de gevolgen daarvan te signaleren inspecteren we de spoordijken extra op dreigende verzakkingen. Daarnaast, treinen geven soms vonken af bij remmingen. We nemen maatregelen om bermbranden die daar het gevolg van kunnen zijn zoveel mogelijk te voorkomen. Denk daarbij aan doeltreffend onderhoud van het groen langs het spoor en verwijderen van brandbare delen, zoals afval en/of afgevallen takken. Ook de treinenloop regelen we zoveel mogelijk zo dat treinen minder hoeven te remmen. 

70 graden 

Bij temperaturen boven de 25 graden zijn we extra alert. We kennen de 'hotspots' en houden die op warme dagen extra in de gaten. Want aanhoudende hitte kan voor problemen zorgen. Zeker als de zon op het spoor brandt. Spoorstaven zetten dan uit en de temperatuur kan daarin tot wel 70 graden oplopen. Omdat het spoor in de lengte nauwelijks kan uitrekken, kunnen spoorspattingen ontstaan in de vorm van een 'knik' in het spoor. Ook het spoor op bruggen kan uitzetten. Daarom koelen we die met water als dat nodig is.

Maximaal stabiel 

We voorkomen die kronkelingen door te zorgen dat het spoor maximaal stabiel ligt en de ballast tot aan de spoorstaven ligt. Goed onderhoud aan het spoor helpt om in de zomer ellende te voorkomen. En met heet weer houden we extra inspecties.

Koelapparatuur

Ook elektronica kan ontregeld raken, met sein- en wisselstoringen tot gevolg. Voordat de zomer begint, plaatsen we daarom koelapparatuur in onze technische ruimtes. En krijgen airconditioners en klimaatapparatuur een extra onderhoudsbeurt. Meer over weersinvloeden: https://www.prorail.nl/reizigers/weersinvloeden/lente-en-zomer