Archeologisch onderzoek Herfte

Nieuws

16 maart 2017

In opdracht van ProRail is door het team Archeologie van de gemeente Zwolle een archeologisch onderzoek uitgevoerd bij Herfte. De archeologen legden hier verschillende zogenaamde ‘proefsleuven’ aan, om te onderzoeken wat de historie is van deze locatie. De aanleiding hiervoor is de verdubbeling van het spoortraject tussen Zwolle en Herfte en het maken van een ongelijkvloerse kruising (dive-under) van de spoorlijn Meppel-Groningen en de spoorlijn naar Emmen.

Hoe weten archeologen waar ze moeten graven?

Voordat archeologen echt gaan graven hebben ze al veel informatie verzameld uit bestaande literatuur. Hieruit kwam naar voren dat met name bij Herfte een hoge archeologische verwachting bestaat. Het landschap bestond toen uit hoge dekzandruggen en rivierduinen; hier kunnen al in de midden Steentijd, die duurde van 8800 tot 4900 voor Christus, mensen hebben gewoond. Bekend is dat rond de Selhorst in Herfte op de hogere gronden in het verleden veel zand is gewonnen. Hierdoor zullen op de hoogste koppen veel sporen van archeologische resten zijn verdwenen. Toch blijft de kans bestaan dat er nog archeologische sporen aanwezig zijn.

Door middel van een booronderzoek is onderzocht of deze verwachting klopt. Op het gehele terrein van  de spooruitbreiding en de dive-under zijn met een edelmanboor en een steekguts (met de hand) vele grondboringen geplaatst. Op deze manier kan worden bepaald in hoeverre de bodem in het verleden al verstoord is geraakt. De opgeboorde grond is onderzocht op archeologische vondsten zoals bewerkt vuursteen, aardewerk, bouwmateriaal en houtskool.

Uit het booronderzoek werd geconcludeerd dat de bodem bij Herfte nog redelijk tot goed bewaard is gebleven. Er bleef dus een hoge verwachting voor sporen uit de periode van de midden Steentijd. We verwachtten vuursteenvindplaatsen, sporen van kampementen en nederzettingen, maar ook ploegsporen, sporen van visserij, sporen van eventuele veen- klei- of zandwinning et cetera. De kans op sporen uit de periode na de Middeleeuwen is door de bewerking van de bovengrond en de mate van ontzanding kleiner.

Het gravend onderzoek

Het doel van de ‘proefsleuven’ is allereerst het opsporen van vindplaatsen en wanneer deze worden gevonden, het begrenzen en waarderen ervan. Mochten hier inderdaad vindplaatsen worden gevonden, die ook nog eens van waarde blijken, dan zullen deze worden opgegraven. Dit alles heeft tot doel om archeologische vindplaatsen niet ongezien verloren te laten gaan en zoveel mogelijk kennis over het verleden te verzamelen.

Begin maart is begonnen met het graven van een proefsleuf. In het ontwerp van het onderzoek was bepaald dat uiteindelijk één lange proefsleuf zou worden gegraven van 4 meter breed en maar liefst 600 meter lang. Het graven van de proefsleuf gebeurt met een grote graafmachine onder begeleiding van een ervaren archeoloog. Dit gebeurt laagsgewijs; de machinist van de graafmachine moet dus heel nauwkeurig kunnen werken.

Er wordt gegraven tot op het niveau waarop voor het eerst sporen zichtbaar zijn of vuursteenvondsten en prehistorisch aardewerk wordt aangetroffen. Bij het verdiepen wordt gelet op archeologische sporen en vondsten. Ook wordt een metaaldetector gebruikt om de uitgegraven grond te controleren op metaalvondsten.

Wanneer de donkere bovengrond is verwijderd wordt het gele zand daaronder zichtbaar. Dit is ook het niveau waarop sporen uit het verleden zichtbaar worden in de vorm van verkleuringen. Dit vlak wordt gefotografeerd en getekend op een schaal van 1:20. Om te weten te komen of deze verkleuringen bijvoorbeeld oude paalgaten zijn of ‘haardkuilen’ (stookplaatsen waar men vroeger vuur heeft gestookt) worden deze met de schep voor de helft uitgegraven (gecoupeerd). Als er veel vondsten in zitten wordt verder gegraven met de troffel. Ook deze coupes worden op schaal 1:20 getekend.

Eindconclusie

Het archeologisch vlak in de proefsleuf bleek leeg, op een enkele oude sloot met bijbehorende paalgaten na. Archeologisch gezien geeft dit geen relevante informatie. Voor archeologen geldt echter dat ‘geen resultaat is ook resultaat’: nu weten we dat in dit gebied geen archeologische resten meer te verwachten zijn. Toch is dat altijd een beetje teleurstellend wanneer je verwachting anders was.

Voor het spooruitbreidingsplan geldt dat deze kan doorgaan zonder verder archeologisch onderzoek. De spoorverdubbeling kan worden gebouwd op een archeologisch duurzame manier, namelijk met de garantie dat geen archeologische waarden zullen worden aangetast.

Spoorwerkcheck

Woon of werk je binnen 300 meter van het spoor? Maak dan gebruik van onze spoorwerkcheck. Je ziet direct welke werkzaamheden in jouw buurt gepland staan.

Dit veld is verplicht en accepteert alleen cijfers en letters en geen spatie

Dit veld is verplicht en accepteert alleen cijfers