
Spooronderhoud : Baanstabiliteit
Het aantal reizigers en goederen over het spoor groeit. Daarom verwachten we in de toekomst meer en snellere treinen, die ook langer en zwaarder zijn. Een stabiele spoordijk is dus van groot belang. Baanstabiliteit gaat over de vraag of de ondergrond van deze spoordijken stevig genoeg is om het toenemende treinverkeer te dragen. .
Onder druk
Onze spoordijken staan door het intensievere treinverkeer én de effecten van klimaatverandering steeds meer onder druk. Daarom houdt ProRail de stabiliteit van onze spoordijken nauwlettend in de gaten. Ook doen we onderzoek naar de gevolgen van bovenstaande ontwikkelingen. Zo kunnen we op tijd maatregelen nemen.
Baanstabiliteit en spoorverzakkingen
De termen spoorverzakking en baanstabiliteit worden in berichtgeving soms door elkaar gebruikt. Maar het zijn twee verschillende dingen. Baanstabiliteit gaat over de spoordijk zelf – de grond waarop het spoor is gebouwd. Staat een dijk onder druk? Dan worden signalen zichtbaar, zoals scheuren in het schouwpad , scheefstaande hekken of sloten die vollopen met grond vanuit de spoordijk.
In extreme gevallen kan een spoordijk zelfs deels wegschuiven. De kans daarop is klein, maar de gevolgen kunnen groot zijn. Daarom houdt ProRail de spoordijken voortdurend in de gaten. Daarnaast doen we onderzoek naar de effecten van zwaardere en intensievere treinen in de toekomst, zodat we weten welke maatregelen dan nodig zijn.
Spoorverzakking
Bij een spoorverzakking zorgen problemen in de ballast óf in de laag direct onder de ballast voor minder draagvermogen. Hierdoor ligt het spoor niet meer netjes vlak. Dit kan leiden tot tijdelijke snelheidsbeperkingen en herstelwerk.
Lees meer over spoorverzakkingen Lees meer over spoorverzakkingen
Steeds zwaarder belast
Nederland telt ruim 2.600 kilometer aan spoordijken , met daarop zo’n 7.000 kilometer spoor. Ongeveer 80 procent van deze dijken is vóór 1920 aangelegd. Dat betekent dat veel dijken ouder zijn dan honderd jaar, terwijl de belasting door meer, snellere, langere en zwaardere treinen de afgelopen decennia fors is gegroeid en nog altijd toeneemt. Daar komt bij dat het weer extremer wordt, met langere periodes van droogte en hevige regenval. Deze combinatie maakt dat we baanstabiliteit voortdurend moeten blijven onderzoeken en bewaken.
Veiligheid staat voorop. Bij aanwijzingen dat een spoordijk instabiel wordt, nemen we direct maatregelen. Dat kan betekenen dat treinen tijdelijk langzamer rijden of dat we de baan tijdelijk afsluiten voor herstel of versterking. Pas als de dijk aantoonbaar veilig is, rijden er weer treinen.
Onderzoek
Om groei mogelijk te maken, is een stabiele ondergrond van essentieel belang. In een veranderend klimaat is het onzeker of de ondergrond de groei op het spoor aankan. ProRail doet daarom meer onderzoek met het zogenaamde programma Baanstabiliteit.
Wat doet ProRail?
Om problemen te voorkomen en tijdig te signaleren, neemt ProRail verschillende maatregelen:
- Onderzoek Baanstabiliteit
ProRail onderzoekt welke effecten intensiever treinverkeer en extremer weer hebben op de spoordijken. Dat doen we samen met TU Delft en Deltares. Dit onderzoek loopt tot en met 2027 en levert kennis op waarmee we de spoorveiligheid ook in de toekomst kunnen waarborgen - Beoordeling van vervoersgroei
Nieuwe aanvragen voor zwaardere, snellere of meer treinen beoordelen we op mogelijke risico’s. Dat doen we op basis van resultaten de landelijke netwerkanalyse (onderdeel van het Onderzoek baanstabiliteit). De tweede fase van deze analyse is nu afgerond. Dit laat zien waar extra onderzoek nodig is, voordat vervoersgroei kan plaatsvinden. - Monitoring in de praktijk
Op proeftrajecten plaatsen we sensoren om te zien of extra treinen effect hebben op de stabiliteit van de baan. Dit gebeurt onder meer tussen Delft en Schiedam en op de route Apeldoorn–Oldenzaal (PHS-corridors). - Versterken van spoordijken
Waar nodig versterken we spoordijken. Soms eerst tijdelijk, daarna structureel. Voorbeelden zijn de PHS-corridors en het traject Delft–Schiedam.