Leiden-Dordrecht : MIRT-verkenning Oude Lijn

Efficiënt, snel en duurzaam

De zuidelijke randstad is de dichtstbevolkte regio van Nederland. Langs de ‘Oude Lijn’ - de spoorlijn tussen Leiden, Den Haag, Rotterdam en Dordrecht - komen in de toekomst ongeveer 170.000 nieuwe woningen en 85.000 nieuwe werkplekken, bovenop de al bestaande. Zonder goed werkend en duurzaam vervoer is die groei niet mogelijk. Daarom zijn investeringen nodig voor een goede bereikbaarheid.

Overkoepelende aanpak

Met een overkoepelende aanpak verkennen we de komende jaren hoe we de bereikbaarheid per trein van de regio kunnen verbeteren. Dit doen we in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Provincie Zuid-Holland, MRDH en gemeenten. Gemeenten onderzoeken samen met ProRail hoe we de bestaande knooppunten Leiden, Den Haag Laan van NOI, Schiedam en Dordrecht verder kunnen ontwikkelen. Samen komen we tot een integrale aanpak die past bij de woningbouwplannen .

Analytische fase afgerond

De analytische fase van de MIRT-verkenning is in december 2024 afgerond. ProRail heeft samen met ingenieursbureau RHDHV allerlei mogelijke oplossingsrichtingen voor het ontwikkelen van vier nieuwe stations en het laten rijden van meer sprinters in beeld gebracht en de effecten op hoofdlijnen onderzocht. Reizigers, omwonenden, gemeenten en andere geïnteresseerden zijn hier actief bij betrokken geweest. Mede op basis van deze inbreng hebben bestuurders een keuze kunnen maken. In december 2024 en april 2025 hebben bestuurders besluiten genomen met welke kansrijke maatregelen we verdergaan in de volgende fase in deze verkenning: de beoordelingsfase.

Nieuwe stations en extra sporen

Bestuurders hebben besloten dat we verder onderzoeken hoe we stap voor stap vier nieuwe stations kunnen openen in de (nieuwe) woonwijken: Rijswijk Buiten, Schiedam Kethel, Rotterdam van Nelle en Dordrecht Leerpark. Ook onderzoeken we verder hoe we de twee extra sporen tussen Delft Campus en Schiedam Centrum het beste kunnen aanleggen. Deze extra sporen zijn nodig om treinen te kunnen laten stoppen op het nieuwe station Rotterdam van Nelle en Schiedam Kethel. Want als er een City-Sprinter vaker gaat rijden en op meerdere stations stopt, moeten intercity’s, hogesnelheidstreinen of goederentreinen daarop wachten. Dat willen we natuurlijk niet.

Voor de extra sporen zijn verschillende liggingen uitgewerkt. Dit kan bijvoorbeeld naast de huidige twee sporen, maar ook deels verdiept of deels verhoogd. Vragen die we in de beoordelingsfase verder beantwoorden zijn dus bijvoorbeeld: Wat is de voorkeurslocatie voor een nieuw station? Welke verbouwingen zijn er nog meer nodig aan het spoor en bij de stations (bijvoorbeeld extra fietsenstallingen)? Hoe worden de 2 extra sporen tussen Delft en Schiedam ingepast in het groene landschap? Er zijn nog altijd verschillende keuzes mogelijk. Alle keuzes beoordelen we op hun voor- en nadelen. We werken toe naar steeds meer concrete keuzes. Heel belangrijk is dat we keuzes maken die toekomstbestendig zijn. Het is zonde als kostbaar aangelegde infrastructuur later weer op de schop moet.

Alle bouwstenen op de kaart

Wat onderzoeken we en waar? Dat kun je zien op de interactieve kaart, waar je per locatie langs de Oude Lijn kunt zien wat we onderzoeken. Op deze kaart klik je op de locatie voor meer uitleg .

Planning

Naar verwachting wordt de verkenning half 2026 afgerond met het vaststellen van een ontwerp-Voorkeursbeslissing voor het project City-Sprinter/Nieuwe Stations. In deze ontwerp-Voorkeursbeslissing wordt vastgelegd naar welke oplossing, of combinatie van mogelijke oplossingen, de voorkeur uitgaat. De ontwerp-Voorkeursbeslissing wordt ter inzage gelegd. Vervolgens wordt eind 2026 de definitieve Voorkeursbeslissing vastgesteld door de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. De Voorkeursbeslissing gaat over ‘Welk alternatief heeft de voorkeur en werken we uit in de ‘planning- en studiefase’?’ Daarna start de fase waarin we de plannen concreet gaan uitwerken. We verwachten dat dit een aantal jaar duurt, tot ongeveer 2033. Vervolgens gaan we daadwerkelijk bouwen; naar verwachting is deze laatste fase dan in 2040 afgerond.

Andere projecten en programma's

Langs de Oude Lijn gebeurt de komende jaren al van alles. Met het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) passen we tussen Rijswijk en Rotterdam het spoor aan, zodat er extra sprinters kunnen rijden. Ook stellen we een plan op voor de ombouw van station Rotterdam Stadion naar een regulier sprinterstation Rotterdam Stadionpark. Omdat alle ontwikkelingen nauw samenhangen met de verkenning Oude Lijn, maken we goede afspraken en stemmen we besluitvorming op elkaar af.